SAMENSTELLING

L-carnitine: 220 mg Dit is een amine dat als antioxidant werkt en sperma beschermt tegen schade veroorzaakt door reactieve zuurstofsoorten (ROS).

L-arginine: 125 mg Aminozuur dat bijdraagt aan de verhoging van de spermamotiliteit bij vruchtbare mannen.

Co-enzym Q10: 7,5 mg Mitochondriale vetoplosbare antioxidant die een belangrijke rol speelt bij het tegengaan van oxidatie en het verhogen van de spermamotiliteit.

Vitamine E: 36 mg Vetoplosbare vitamine die de spermamotiliteit kan verbeteren.

Zink: 20 mg Mineraal dat werkt als antioxidant, DNA-fragmentatie vermindert en het aantal zaadcellen verbetert.

Foliumzuur: 400 mcg. Een essentiële vitamine die betrokken is bij de DNA-synthese. Er is aangetoond dat een tekort aan foliumzuur de fragmentatie van DNA-strengen bevordert.

Glutathion: 40 mg. Een eiwit dat een sleutelrol speelt in de DNA-synthese. Gunstige effecten op de spermamotiliteit en -morfologie zijn beschreven.

Selenium: 30 mcg Dit is een sporenelement dat in combinatie met vitamine E de beweeglijkheid en morfologie van het sperma verbetert.

GEBRUIKSAANWIJZING

Het wordt aanbevolen om dagelijks één capsule in te nemen met of na de maaltijd en met een drankje. PROfertil® dient minimaal drie maanden gebruikt te worden om elke fase van de spermatogenese te optimaliseren. Het kan en moet echter worden voortgezet tot de zwangerschap optreedt.

OORZAKEN VAN MANNELIJKE ONSTERILITEIT

De oorzaken van mannelijke onvruchtbaarheid houden voornamelijk verband met een slechte spermakwaliteit, wat wordt begrepen als een afname van de concentratie, beweeglijkheid en morfologie van het sperma. Een verandering in een spermaparameter kan niet worden beschouwd als een diagnose van welke vorm van disfunctie dan ook. Het is een waarschuwingssignaal en daarom is een beoordeling door een specialist, een androloog, essentieel. De androloog is verantwoordelijk voor het diagnosticeren van de integriteit en functie van het mannelijke voortplantingsstelsel (het beoordelen van de anatomische, endocriene, genetische en functionele integriteit) op basis van een medische anamnese, een lichamelijk onderzoek, een sperma-analyse en het aanvragen van aanvullende tests. Zij zullen ook passende behandelingen uitvoeren of voorstellen op basis van de specifieke situatie van elk geval. Er zijn ook structurele en functionele veranderingen (genetisch, chromosomaal of biochemisch) in sperma die niet zichtbaar zijn in een sperma-analyse, maar wel kunnen worden opgespoord tijdens in-vitrofertilisatie. Tot slot moet worden opgemerkt dat er ook oorzaken van mannelijke onvruchtbaarheid zijn die geen verband houden met de spermakwaliteit, hoewel deze minder vaak voorkomen. Voorbeelden hiervan zijn aandoeningen die ervoor zorgen dat sperma niet goed in de vagina kan worden afgezet (retrograde ejaculatie, hypospadie, erectiestoornissen, etc.).